AB | De zonen [van] Ezer: Bilhan en Zaavan en Jaakan. De zonen [van] Disan: Uz en Aran. |
SV | De kinderen van Ezer waren Bilhan, en Zaavan, en Jaakan. De kinderen van Disan waren Uz en Aran. |
WLC | בְּֽנֵי־אֵ֔צֶר בִּלְהָ֥ן וְזַעֲוָ֖ן יַעֲקָ֑ן בְּנֵ֥י דִישֹׁ֖ון ע֥וּץ וַאֲרָֽן׃ פ |
Trans. | bənê-’ēṣer biləhān wəza‘ăwān ya‘ăqān bənê ḏîšwōn ‘ûṣ wa’ărān: |
De kinderen van Ezer waren Bilhan, en Zaavan, en Jaakan. De kinderen van Disan waren Uz en Aran.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
De kinderen van Ezer waren Bilhan, en Zaavan, en Jaakan. De kinderen van Disan waren Uz en Aran.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!